De liefde van architect Arne Jacobsen voor textiel is niet zo bekend als die voor zijn modernistische meubelontwerp en architectuur. Toch tekende hij graag schetsen van plantkunde en geometrie en experimenteerde hij, vooral in de jaren 1940, met het omzetten van de tekeningen in patronen die op behangpapier konden worden gedrukt of in textiel konden worden geweven.
Arne Emil Jacobsen (1902-1971) studeerde in 1927 af aan de Royal Danish Academy of Fine Arts School of Architecture in Kopenhagen en opende slechts twee jaar later zijn eigen bedrijf. Tot zijn bekendste architectuurprojecten behoren de Nationale Bank van Denemarken in Kopenhagen, het stadhuis van Aarhus, het SAS Royal Hotel in Kopenhagen en het St Catherine's College in Oxford, gebouwen die even duidelijk in het geheugen gegrift staan als de meubelklassiekers The Egg and the Swan of het lampendesign AJ.
Tijdens 2. Tijdens de Tweede Wereldoorlog vluchtte Arne Jacobsen samen met Poul Henningsen en anderen naar Zweden en naar verluidt ontwikkelde hij tijdens zijn ballingschap in Zweden een voorliefde voor zowel organische als geometrische textielpatronen. In 1944 creëerde hij een uitgebreide textielcollectie voor Nordiska Kompaniet in samenwerking met zijn vrouw, Jonna Jacobsen, die textieldrukker was.
De Georg Jensen Damask Arne Jacobsen collectie werd gecreëerd in samenwerking met Arne Jacobsen's kleinzoon Tobias Jacobsen en werd gelanceerd als een eerbetoon aan de wereldberoemde architect in 2002 op de 100ste verjaardag van zijn geboorte. Het unieke en tijdloze ontwerp komt voort uit een uitgebreide collectie schetsen die de architect naliet na zijn dood in 1971.
Het Shepherd's Purse patroon, gebaseerd op een tekening van de wilde kruidenplant die Arne Jacobsen waarschijnlijk in Zweden ontwierp, werd later toegevoegd.